maudyjeanine.reismee.nl

Home sweet home

Na een lange reis van meer dan 24 uur, ben ik afgelopen woensdagochtend in Nederland gearriveerd. Zoals jullie vast al gemerkt hadden, heb ik de laatste weken niks meer op deze blog geplaatst. Dit kwam doordat ik geen laptop bij me had en vooral intens wilde genieten van de o zo korte resterende tijd in Oceanië. Ik heb kangoeroes, koala's en krokodillen gezien. Ik heb een bunjy jump gedaan, ik heb gesnorkeld bij het Great Barrier Reef, ik heb heel erg mijn best gedaan om bruin te worden (en het is enigszins gelukt!). Ik heb een gletsjer van dichtbij gezien en ik heb het grootste zandeiland ter wereld bezocht. Ook ben ik hartstikke zeeziek geweest, ben ik dronken geworden van maar liefst twee cider en hebben we autopech gehad op de laatste dag van onze oostkustreis. Een hele hoop beleefd dus, zoals je kunt lezen. Veel te veel om een verslag over te typen, maarrr ik vertel het met liefde allemaal in het echt, onder het genot van een drankje (of twee - sorry als ik dan dubbel ga praten).

Veel mensen vragen me hoe ik het nou vind om weer terug in Nederland te zijn. Het is bitterzoet. Aan de ene kant vind ik het fantastisch om iedereen weer te zien en om lekker met mijn fietsje in de weer te zijn. Toch vind ik het heel jammer dat de tijd waar ik zo ontzettend naar uit gekeken had, nu helemaal over is, en dat ik "vast zit" op één plek. En tsja, eerlijk is eerlijk: het feit dat het weer in Nederland midden in de zomer slechter is dan het weer in Sydney hartje winter, werkt ook niet echt mee. Wel nuttig ik inmiddels weer dagelijks mijn standaard Nederlandse ontbijtje en geniet ik van het zomerfruit dat hier slechts een fractie van de Australische prijs kost. Ik ben heel dankbaar dat ik dit mee heb mogen maken, en heb alweer veel leuke dingen op de planning staan voor de komende tijd. Het is heel erg wennen aan die kleine verschilletjes tussen Australië en Nederland, maar ook dat gaat vrij snel. Daarnaast beloofde de weerman tijdens het 8 uur journaal dat het weer de komende dagen écht lekkerder wordt, dus er is nog hoop!

Als afsluiter wil ik graag alle lieve mensen bedanken die mijn verslagen gelezen hebben en reageerden. Ik vond (en vind) het heel erg leuk om al mijn belevenissen op te schrijven, maar het is nog veel leuker dat iedereen er zo enthousiast over was. Het is fijn om te weten dat zoveel mensen me supporten! Daarom vind ik het ook vooral erg leuk om iedereen weer te spreken en te zien, dus kom vooral één dezer dagen langs voor een kop koffie of een borrel en dan kunnen we heerlijk ouderwets, face-to-face kletsen. Tot dan!

Liefs,
Maudy

10 laatste dagen in Sydney

Jongens jongens, weten jullie nog? Dat mooie, euforische moment dat ik plusminus drie weken geleden in een vliegtuig naar Sydney stapte? Ja, ik ook, wat een memorabel moment was dat. Behalve dat het in plaats van drie weken geleden alweer vier maanden geleden is dat ik hier aankwam. En dat betekent dus dat ik over tien dagen Sydney ga verlaten. Voor het echie. Hallo, ik dien bezwaar in: waar is die tijd gebleven?

Gisteravond stond ik op het centraal station en had ik even een wow-momentje. Je weet wel, zo eentje die ze in films ook altijd hebben richting het einde. Ik stond te wachten op mijn bus naar huis, na een gezellig avondje films kijken met twee vriendinnetjes. Terwijl ik daar stond, bedacht ik me ineens hoe ik daar vier maanden geleden (precíés vier maanden gister, wauw, zo nostalgisch) ook stond. Toen nog een beetje onwennig en volledig in shock want mijn god, wát een hitte! Klungelend met maar liefst twee koffers én een rugzak probeerde ik me een houding te geven. Ik moest immers wel casual overkomen als toekomstige tijdelijke local (duh). Om het nog een tikje mooier te maken, was één van die koffers de meest nationalistische koffer die je je voor kunt stellen. Knaloranje, een leuk rood-wit-blauw motiefje op de rits, en op de voorkant “Team NL” met de olympische cirkels erboven. Stiekem had ik deze koffer gekocht omdat ‘ie in de aanbieding was en ik zeker wist dat zelfs ík die niet kon missen op de bagageband. Voor het verhaal klinkt het echter veel leuker om te zeggen dat ik ontzettend trots ben op mijn vaderland, dus laten we het daar maar op houden. Afijn, het zou dus zomaar kunnen dat mensen mij door die “Team NL”-koffer voor een olympisch atleet aanzagen (HAHA). Het feit dat ik door een hand in het gips ook nog behoorlijk liep te stuntelen met genoemde bagage moet het een erg verwarrend tafereel gemaakt hebben. En ik maar nonchalant doen, vooral zelfverzekerd overkomen. Want wat nou als mensen konden merken dat ik een compleet groentje was, dat zou toch schandalig zijn?

Dat was dus vier maanden geleden. Vier heeeel korte maanden geleden. Ondanks dat ik me nog stééds een groentje voel (maar echt, het voelt nog altijd alsof er “NIET VAN HIER” op mijn voorhoofd getatoeëerdstaat), is Sydney mijn tweede thuis geworden. Dat ik over 10 luttele daagjes hier weg ben, is toch op zijn minst een beetje vreemd. Daarnaast is het een heel dubbel gevoel. Ik ga namelijk meteen na mijn tentamens weg – normaal zie ik altijd (zacht uitgedrukt) enórm naar het einde van mijn tentamenweek uit. Deze keer betekent het echter dat ik mijn inmiddels vertrouwde kamertje hier ga verlaten, en daarbij al het andere waar ik aan gewend ben geraakt in Sydney. Het prachtige hoofdgebouw van the University of Sydney, de hectische maar gezellige drukte van de stad, de haven, het feit dat er altijd iets te doen is. Wie weet ga ik zelfs het ranzige brood en de enorme shopping malls missen…

Gelukkig heb ik wel heel veel leuks om naar uit te kijken. Ik ga namelijk weer naar Nieuw-Zeeland, deze keer het zuidereiland! Daar ga ik negen dagen rondreizen met twee vriendinnetjes die ik hier heb ontmoet. Zes juli arriveer ik weer in Sydney, zodat ik nog genoeg tijd heb om de oostkust van Australië te bereizen. Dat ga ik doen met een Nederlands meisje waarmee ik via Facebook in contact gekomen ben. We gaan samen een soort campervan huren en gaan dan vanaf Sydney naar Cairns rijden, in iets minder dan vier weken. Daarna vlieg ik terug naar Sydney en vertrek ik negen augustus écht richting Nederland. Of ik daar zin in heb? Ja en nee. Ja, het lijkt me kei leuk om mijn vriendinnetjes en familie weer te zien, om naar de warmte te gaan (het is hier inmiddels winter), en om weer lekker terrasjes te pakken. Maar er is nog zóveel te doen in Australië, nog zoveel plekjes om te bezoeken en om ervaringen op te doen. De mensen zijn zo leuk, de sfeer is zo lekker en de stad is zo intens. Ik wil nog helemaal niet weg!

Dus wat doen we dan? Nog een half jaar blijven, hoezeeee! Nee sorry, grapje. Was het maar zo’n feest (lees: was ik maar zo rijk en was Australië maar zo gul in het uitdelen van visa). Ik ga deze tien dagen tussen het leren door nog even ontzettend genieten van al het moois, lekkers, gaafs dat Sydney te bieden heeft. Vanavond ga dan ein-de-lijk het Opera House van binnen bewonderen, en één dezer dagen ga ik vanzelfsprekend Finding Dory kijken in het grootste IMAX theater ter wereld. En verder? Yep, that’s right: ik ga hele pakken TimTams wegwerken, liggend op het gras van de Quadrangle terwijl ik vol bewondering kijk naar hordes Chinezen die uitgebreide photoshoots houden met behulp van hun selfiesticks. Ik kijk er nu al naar uit!

Liefs,
Maudy

Wat ik mis aan Nederland

Een veel gestelde vraag nu ik hier in Verweggistan zit: of er dingen zijn die ik mis aan Nederland? Natuurlijk zijn die er! Ik denk dat die er altijd wel zullen zijn, al is het maar uit gewoonte of pure gewenning. Naast de inkoppertjes als mijn familie, vrienden en vriendinnen, zijn er nog een aantal Nederlandse dingen die ik na 3,5 maanden wel een beetje mis. En omdat ik de misselijkste niet ben, zal ik ze even voor jullie opnoemen. Zo weten jullie precies wat jullie moeten waarderen daar!

Voedsel
Met stipt op nummer 1: anijshagel en vruchtenhagel. Ja, echt waar. Ik voel jullie nu denken: “Ehm, Maudy, wat dacht je van kaas en bitterballen? Frikandellen, kroketten? Desnoods gewone chocoladehagelslag?” Ja jongens, dat is ook allemaal leuk en aardig, maar jullie moeten begrijpen dat anijshagel en vruchtenhagel standaard deel uitmaken van mijn ontbijt. Een boterham met anijshagel, een boterham met vruchtenhagel, en een kopje koffie. Ontbijt klaar. Tsja, voor iemand die in de verste verte geen ochtendmens te noemen is, is zo'n heel ochtendritueel omgooien best een big deal.
Dat brengt ons op het volgende punt: brood. Hier is vooral veel van dat vieze tostibrood te koop, of variaties daarop waarbij ze dan niet te gierig waren om een paar pitjes erin te stoppen. Ik heb al meerdere variaties geprobeerd, van witbrood tot bruinbrood en multigranen tot zuurdesem: het is het hier toch allemaal nèt niet.
Dan zijn er nog andere dingen waar ik zeker naar uitkijk, maar die niet zo’n fundamenteel gemis met zich meebrengen. Lekkere Nederlandse aardbeien, goede kaas, frietje kapsalon, kaassoufflé, magere yoghurt uit een pak, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Voor kaas heb ik inmiddels een acceptabel aftreksel gevonden, de rest is nog niet zo makkelijk te fixen. Maar dan denk ik aan TimTams, en dan kan ik me er prima overheen zetten.

Mijn fiets
Oh, hier kan ik uren over doorgaan. Wat mis ik mijn fietsje toch! Mijn prachtige, rood gespoten, 20-jaar oude, nog net niet uit elkaar vallende omafiets. Pas als je die een tijdje niet meer hebt, realiseer je je hoe handig zo’n tweewieler eigenlijk is. Er zijn zóveel afstanden die eigenlijk net te lang lopen zijn, maar waarvoor het openbaar vervoer dan ook weer niet echt nodig is. Voor deze afstanden is een fiets echt ideaal. Ook mis ik de onafhankelijkheid die zo’n fiets met zich meebrengt. Boodschappen doen? Fiets. Uitgaan? Fiets. Naar de uni? Fiets. Fiets fiets fiets.
“Maar Maudy, waarom ga je daar niet fietsen dan?” Omdat ik niet dood wil. Automobilisten hier zijn niet gewend aan fietsers en er zijn hier geen fietspaden. Die enkeling die zich eraan waagt om hier te fietsen, moet zich op de stoep een weg banen tussen alle voetgangers. Ook is het hier op zijn minst heuvelachtig, waardoor je eigenlijk alleen op een mountainbike uit de voeten zou kunnen. Daarbij is het verplicht om een helm te dragen als je fietst. Ze zien me al aankomen.
Nee, fietsen ga ik in Sydney niet aan beginnen, maar wat kijk ik toch uit naar mijn fietsje thuis!

Geschiedenis
Tijdens de introductiedagen van de University of Sydney werden wij welkom geheten in de Grote Hal op de campus. Dat was een hele eer, want dit gebouw is het oudste gebouw van heel Sydney! Het bouwjaar? 1859. Ahhh, wat aandoenlijk! In Europa halen wij hier onze neus niet voor op. Vooral als je in een stad als Maastricht studeert, waar je op iedere hoek wel een oude kerk of historisch pand tegenkomt.
Nou is het niet helemaal waar dat Sydney – of Australië – geen geschiedenis heeft. Natuurlijk hebben de Aboriginals hier al honderden jaren gewoond voordat er überhaupt voet aan land werd gezet door de Europeanen. Hier merk je echter vrij weinig van in een grote stad als Sydney, op een enkele straatmuzikant met een didgeridoo na.
Ja, oude gebouwen brengen toch wel veel sfeer met zich mee. Die kinderkopjes zijn misschien niet ideaal om overheen te rijden, maar zien er wel een stuk vriendelijker uit dan asfalt overal. En die verhalen die bij zo’n oude stad horen, die zijn eigenlijk ook wel goud waard.


Gezelligheid
Ooooh, zo ontzettend cliché, maar het is écht waar. Nederlandse gezelligheid: altijd en overal wel iets te vieren, feesten tot de zon opkomt. Hapjes bij de borrel, een ‘terrasje pakken’ zodra het weer het toelaat. Nergens voor nodig om je meest fancy jurk aan te doen als je gaat stappen: die spijkerbroek voldoet ook prima. Op donderdagavond standaard de kroeg in, mee blèren met de meest foute Hollandse hits. Dagen als koningsdag, waarop iedere vreemde met een oranje shirt ineens je beste buddy kan zijn. En ja, er zitten ook ontzettend veel enorme randdebielen tussen dat volk van ons, maar wat blijkt? Die heb je dus écht overal. Die Nederlandse gezelligheid, daarentegen, vind je niet zomaar in ieder land.


Conclusie?
Nooit, maar dan ook echt nóóit ofte nimmer Nederland verlaten. Nee, grapje: vooral wel doen. En als je dat dan doet, mag je zelfs heel erg zeuren over alles wat ze in het buitenland hebben waar we in Nederland zonder moeten leven – ik doe gezellig met je mee. Hou dan wel in je achterhoofd dat ons koude kikkerlandje zo verschrikkelijk nog niet is, ondanks het weer. Wat zeg ik? Het is nu in Sydney zelfs kouder dan in Nederland, dus niet mekkeren. En alsjeblieft: waardeer je fiets! ;)

Zijn er nog dingen die ik ben vergeten, of die jullie absoluut niet kunnen missen aan Nederland? Laat het me weten, ik ben benieuwd!

Liefs,
Maudy

Nieuw-Zeeland: deel 2

Hoi lieve Nederlanders! Allereerst, heel erg bedankt voor alle leuke reacties die jullie achterlaten! Ontzettend leuk om te weten dat jullie allemaal meelezen.Het heeft even geduurd, maar hier is weer een verslag. Ik zit inmiddels al op de helft van mijn tijd hier in Australië, zo bizar! Binnenkort zal ik weer een update van Sydney zelf geven, maar nu eerst het tweede deel van mijn Nieuw-Zeeland reisverslag.

Nadat we maandag die ontzettend heftige Tongariro crossing hadden overleefd, vonden wij dat we dinsdag wel een beetje rustig aan mochten doen. We wilden echter geen dag verspillen, dus besloten we om die dag richting Waitoma te rijden om daar de grotten met glowworms (gloeiwormen?) te bewonderen. We dachten dat we ’s ochtends alle tijd hadden, dus haastten we niet teveel. Dat hebben we geweten! De tour was geboekt en zou om 14.00 uur beginnen. Nou konden we dit eventueel kantje boord halen, mits er geen wegwerkzaamheden waren. Je raadt het al: die waren er natuurlijk wel. Met lichtelijke stress besloten we de touroperator te bellen, of het een probleem was als we vijftien minuten later aankwamen. We waren er immers echt bijna, maar ja, we stonden wel stil. Goed, een kwartiertje later kon dan nog wel, maar later moest het echt niet worden. Sophie vroeg nog of we eventueel, mochten we het niet redden, met de volgende tour mee konden. Helaas, die zat vol. Oké, de stresslevels schoten omhoog, maar er kwam beweging in de stoet: vol op het gas en gaan! Op de bestemming aangekomen konden we niet vinden waar we nou precies moesten zijn voor onze touroperator, en renden we van hot naar her. Verderop zagen we allemaal mensen in een busje stappen. Vol goede moed stapten we erop af in de hoop dat dit het juiste groepje was, en gelukkig, dit waren ze! Bleek dat we niet de enige laatkomers waren, wat een opluchting.

Eenmaal in de grotten waren we ontzettend blij dat we het gehaald hadden. Indrukwekkend dat het was! Eerst liepen we gewoon rond in de grotten terwijl onze gids het één en ander uitlegde, daarna stapten we in een bootje om onder de glowworms rond te varen. Onze gids verbood ons om te praten en foto’s te maken, waardoor we al onze aandacht op onze omgeving moesten richten. Ook maakte hij ons bewust van onze zintuigen. Iedereen had een helm met daarop een licht, en deze beval hij ons uit te doen. “Zien jullie mij nu?” vroeg hij. Nee, ik zag geen steek, het was pikkedonker. Behalve de glowworms dan, die zag ik natuurlijk wel. En hoe mooi! Het was alsof ik in een sprookje beland was, en ik onder een hemel van zwevende lichtjes rond dobberde. Nadat we een rondje gevaren hadden, ging onze gids weer voor ons staan en stelde opnieuw de vraag of we hem konden zien. Ja, deze keer wel! Zo demonstreerde hij hoe snel onze ogen aan het donker wennen.

De tour was een beetje uitgelopen en we moesten nog naar de volgende plaats rijden: op naar Rotorua! Toen we onderweg wat reviews checkten van campings in de buurt, kwamen we echter tot de niet-zo-geweldige ontdekking dat er veel Maori bendes actief waren die ’s nachts nog wel eens probeerden toeristen te beroven. In het donker op een bestemming aankomen is al geen feestje, maar dit was wel uitzonderlijk fijne informatie om in de stemming te komen! We reden het plaatsje in en de sfeer die er hing was niet erg geruststellend. Inmiddels was het ook al 9 uur ’s avonds, en waren veel recepties van eventuele campings/staanplaatsen dicht. Geweldig, daar rijd je dan met drie meisjes – en dan te bedenken dat ik ook nog in een tent moest slapen, die niet ontzettend inbraakproof was. Na een tijdje rond gereden te hebben kwamen we uiteindelijk bij een holiday park waar nog vrij veel mensen buiten zaten en waar ook nog andere tentjes stonden. Met een ietwat opgelucht gevoel settelden we ons daar voor de nacht, in de hoop dat de Maoribendes ons met rust zouden laten die nacht.

Pas toen we de volgende ochtend volledig veilig en wel wakker werden, zagen we hoe mooi het holiday park eigenlijk was! We stonden aan een erg groot meer, dus we konden ontbijten met een view. Het was alweer woensdag, en May en ik gingen raften. Sophie besloot dit over te slaan, maar was wel zo lief om ons daar af te zetten. We hesen ons in prachtige wetsuits en kregen wederom schitterende helmen op, waarna het tijd was om met de raft het water op te gaan. Wat was dit een gave ervaring! We hadden een erg leuke gids die allerlei leuke “trucjes” met ons deed, zoals surfen op de waterval, van een rots af springen en als otters op het water drijven. Allemaal leuk en aardig, maar het hoogtepunt van de dag was toch wel dat we van een waterval afgingen met de raft! Best wel spannend, maar de gidsen hadden een relaxte vibe die erg aanstekelijk werkte. Onder het mom van “no worries” gleden we met een rotvaart die waterval af. We gingen kopje onder, water overal, maar de boot bleef overeind, hoera!

Het raften nam slechts een ochtend in beslag, dus we hadden nog een hele middag te gaan. Deze besloten we door te brengen in Wai-O-Tapu Thermal Wonderland, een natuurpark waar we de vulkanische activiteit van de regio konden bewonderen. En eerlijk? Zoiets bijzonders had ik nog nooit gezien! Er zijn allerlei meren en baden die door de chemische, vulkanische samenstellingen borrelen of gekke kleurtjes hebben. De bekendste hiervan is de Champagne Pool, een groot thermisch bad dat – drie keer raden – de kleur van champagne heeft. Overal in deze omgeving hangt de geur van zwavel (lees: rotte eieren), en op de meest willekeurige plekjes komt stoom uit de grond. Op veel plekken is de grond zelf dan ook gloeiend heet en mocht je niet lopen. We hebben neongele en gifgroene meren gezien, grotten die rommelden alsof het onweerde en modderbaden waar de hitte vanaf straalde. Bijzonder wat Moeder Natuur allemaal kan doen! Deze avond sliepen we op een klein kampeerterrein achter de lokale pub, het deed me een beetje denken aan de set van een Amerikaanse westernfilm. Ook hier gooide ik mijn tentje op, kookten we en maakten we ons klaar voor de nacht. 5 days down, 4 more to go!

Liefs,
Maudy

Nieuw Zeeland: deel 1

Joeeehoeee, guess who’s back? Jawel, deze keer met een nieuwe stempel in mijn paspoort. Vandaag het eerste deel van mijn reisverslag over het Noordereiland van Nieuw-Zeeland, met als hoogtepuntje de Tongariro Crossing! Lezen jullie mee?

De trip begon op zaterdag 26 maart. Een symbolische dag, de verjaardag van mijn – inmiddels overleden – oma. Ze zou op deze dag 92 zijn geworden. Mijn oma hield zelf altijd veel van reizen, en het is mede dankzij haar dat ik mij dit nu allemaal kan veroorloven. De andere kleinkinderen aten die avond met zijn allen bij het restaurant waar wij met oma altijd kwamen. Ik kon hier natuurlijk niet bij zijn, maar een reis naar Nieuw-Zeeland leek mij een prachtige manier om mijn oma in stijl te herdenken!

De vlucht duurde 3,5 uur en was daarbij relatief ‘kort’. Ik moest vroeg uit de veren voor deze vlucht, en door een compleet verpest slaapritme had ik maar 3 uurtjes slaap gehad. Je snapt dat koffie mijn beste vriend was, deze ochtend. Op het vliegveld kwam ik nog allerlei mensen tegen die ik kende en zat er zelfs een meisje uit mijn introductiegroepje bij mij in het vliegtuig. Iets met “wat is de wereld toch klein”, of zo? Ik vloog met Emirates en heb voor het eerst in een dubbeldekkervliegtuig gevlogen! Nou merk je daar eigenlijk helemaal niks van, maar ik vond het toch wel heel erg gaaf. Volgens een betrouwbare bron (lees: mijn vader) is deze Airbus A380 het grootste vliegtuig ter wereld. Weer een ervaring rijker, laten we maar zeggen.

De vlucht vloog voorbij (ha-ha), en voor ik het wist stond ik op de luchthaven van Auckland. Eenmaal daar schoot de stress er flink in, want mijn tent moest aan een bio-security check onderworpen worden. Ik had deze tent overgekocht van een Nederlands meisje in Sydney voor 2 tientjes, dus waar hij precies geweest was wist ik niet. “Shit”, dacht ik, “zul je zien dat uitgerekend mijn tent het land niet in mag…” Gelukkig was ook dit snel gepiept, was mijn tent goedgekeurd, en kon ik de bus naar het centrum van Auckland pakken.

Wat me meteen opviel, was dat mensen in Nieuw Zeeland super aardig zijn! Iedereen is maar al te bereid om je te helpen met wat dan ook, en iedereen is ontzettend geduldig. Of je nou aan de mevrouw achter de balie van de bustickets iets vraagt, aan de buschauffeur of aan de kassière in de supermarkt, niemand is te beroerd om je te helpen. Fijn!

Mijn hostel lag midden in het centrum en was daardoor makkelijk te vinden. In het hostel heb ik een beetje uitgerust, er stond namelijk nog een avondprogramma op de planning. Ik had – zoals dat een meisje uit de 21e eeuw betaamt – via Facebook met een Nederlands meisje afgesproken. Susan was sinds kort au pair in Auckland en wilde mij wel een kleine tour door de stad geven. Om van een mooie zonsondergang te genieten, klommen we Mount Eden op. Dit was een non-actieve vulkaan aan de rand van het centrum, waar je een mooi uitzicht had over de hele stad. Erg leuk om gezien te hebben! Hierna hebben we gedineerd in een klein cafétje waar Susan me alles vertelde over haar leven als au pair. Het klonk allemaal erg leuk, waardoor ik echt weer reiskriebels krijg. Misschien toch maar een tussenjaartje, na mijn bachelor?

Mijn tweede dag in Nieuw Zeeland kon ik uitslapen. Het enige wat er die dag gepland stond, was een busreis naar Taupo en die begon pas om 12.30 uur – een lekker vrij ochtendje om Auckland een beetje te verkennen! Waar ik echter geen rekening mee had gehouden, was dat het deze zondag Eerste Paasdag was. Ja, oké, ik wist het natuurlijk wel, maar ik dacht “ach, Auckand is zo’n grote stad, daar is vast nog wel het één en ander te beleven!” Nou, niet dus. Er waren maar liefst 2 voedselketens open: de DunkinDonuts en de BurgerKing. Dus, dames en heren, heb ik een heerlijke paasbrunch genoten bij de Burgerking, in mijn eentje, met verrukkelijke slappe frietjes als culinair hoogstandje van de dag. Sorry mam, verder eet ik hier heel gezond hoor! Na deze voedzame maaltijd besloot ik om nog even naar de haven te lopen. Hier heb ik een beetje bootjes gekeken en een paar intens vechtende meeuwen aanschouwd, voordat ik weer terug moest naar het hostel om uit te checken.

De busreis naar Taupo duurde 6 uur. Grappig hoe je perceptie van tijd en afstand verandert als je buiten Europa op reis gaat. Waar ik thuis al snel opkijk tegen de treinreis van Maastricht naar Nijmegen, haal ik hier mijn neus niet op voor een 6 uur durende busrit. Nou heb je in Nieuw Zeeland ook wel een iets gezelliger beeld om naar te kijken dan in de sprinter van Veolia, maar tóch. Tijdens deze busreis zag ik voor het eerst wat van het landschap van Nieuw Zeeland. Oh my, wat is het mooi! Het is ontzettend groen, heuvelachtig en er lopen veel blije koetjes door het landschap. Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven, maar het heeft iets magisch. Needless to say dat ook deze 6 uur zo voorbij waren. In Taupo werd ik opgepikt door May en Sophie. Deze twee Nederlandse meisjes waren al 3,5 week door Nieuw Zeeland aan het reizen met een campervan, en hadden via – drie keer raden – Facebook aan mij voorgesteld om met hun mee te reizen door het Noordereiland. Ze hadden wel maar 2 bedden in de campervan, dus moest ik er met een tentje bij slapen. Zo’n goed aanbod kon ik natuurlijk niet afslaan! Met zijn drieën reden we door naar een camping. Tegen de tijd dat we daar aankwamen begon het al donker te worden, dus we hebben snel gekookt en ik heb snel mijn tent opgegooid (ja, letterlijk opgegooid: het was zo’n koepeltent die binnen 20 seconden stond). We gingen niet al te laat slapen, want de volgende dag hadden we een zware dag voor de boeg.

Om 6 uur ’s ochtends ging de wekker. Nou ben ik normaliter al geen ochtendmens, maar deze dag was wel erg cru. Het was dus mijn eerste nacht kamperen, en ik had de temperatuur een beetje onderschat. Godnondeju, wat was het koud ’s nachts! En om het nog een tikkie erger te maken, kwam er natuurlijk een hele groep Spaanse toeristen de camping op, nèt voor ik in slaap viel. Deze ideale combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik het nog 02.00 uur heb zien worden, wat een feest. Afijn, ik had geen tijd om hierbij stil te staan, want we gingen de Tongariro crossing doen! Dit is een 19,4 kilometer lange trektocht waarbij je als het ware de alpen van het Noordereiland oversteekt. Nu moet ik er even bij vermelden dat ik welgeteld 0 conditie heb, en ook nog niet echt gesport had sinds ik in Sydney woonde (eh, oeps?), dus ik zag er wel een beetje tegenop. En god, wat heeft die Tongariro crossing mij afgemaakt! Om de 10 minuten stond ik weer stil, te hijgen als een paard, stervend van binnen als ik dacht aan de vele kilometers die nog voor me lagen. Was het het waard? Absoluut! Op de helft kom je bij de Emerald Lakes, prachtige meertjes die groenblauw gekleurd zijn door de vulkanische activiteit in de omgeving. Vanaf hier begon – grotendeels – de afdaling. Deze leek haast nog langer te zijn dan de tocht omhoog, en tegen het eind waren we het dan ook wel echt beu. Het laatste stukje hebben we gerend en in ons enthousiasme nog een aantal Chinezen ook aan het rennen gekregen. Pfoe, wat waren wij gesloopt bij de finish. Maar goed, je moet wat over hebben voor zo’n spectaculaire paasmaandag!

Zo. Voor nu laat ik het hier bij. Excuses voor de enorme lap tekst – Nieuw Zeeland is zo prachtig, dat kun je niet in een paar zinnetjes neerpennen! Er komt sowieso nog een deel 2 en misschien nog een deel 3, dus ik hoop dat jullie het leuk vinden om te lezen.

Tot snel!

Liefs,
Maudy

Update: daadwerkelijk studeren en meer!

Mocht iemand nog een 19-jarig meisje zoeken voor een zonnebeschermingsreclame: ik bied me aan. Momenteel ben ik het perfecte voorbeeld van hoe het absoluut niet moet.* Ik zou kunnen zeggen dat ik eruit zie als een kreeft, maar dat is een understatement. Niet alleen ben ik verbrand, nee, blijkbaar heeft mijn poging tot insmeren er ook nog voor gezorgd dat ik ongelijkmatig verbrand ben. Het resultaat? Een fraaie kleurvariatie die ook wel een interessant geval van “50 tinten rood” genoemd kan worden. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: mijn leven hier is écht níét makkelijk.

Afijn, nu het duidelijk is hoe ontzettend zwaar leven in Sydney is, zal ik toch ook maar even mijn best doen om positief te blijven. Ze verkopen hier tenslotte TimTams, onwijs lekkere chocoladekoekjes waar geen enkel Nederlands koekje tegenop kan (zelfs stroopwafels niet!). Daarnaast kan ik niet beweren dat het vervelend is om op een vrijdagmiddag op het strand te hangen en naar surferdudes te staren. Oké, ik ga veel te snel. Laat ik beginnen waar ik twee weken terug gebleven was.

Zoals ik jullie vertelde in het vorige verslag, was de O’week op dat moment van start gegaan. De dag erna was ik overenthousiast naar het festival gewandeld, en een beetje doorgeslagen. Waarom? Nou kijk, waar het in Nederland toch flink prijzig is om bij een vereniging te gaan, is het hier belachelijk goedkoop om bij een society te gaan. Het resultaat: een Maudy die zich miljonair voelt en bij iedere society die enigszins leuk/interessant klinkt weer $5 neerlegt. Uiteindelijk ben ik lid geworden van zes societies: the Chocolate Society, the Disney Appreciation society, Amnesty International, the Flair Society (voor bartending), Movers & Shakers (voor cocktails) en the Dramatic Society. De eerste gratis pannenkoeken en welkomsborrels zijn al achter de rug, en ik kan niet zeggen dat het slechte investeringen waren!

Na de O’week was het dan echt zover: de studie begon en ik moest aan de bak. Om eerlijk te zijn was dat toch wel weer even wennen, ondanks dat ik er ontzettend veel zin in had. De universiteit is hier anders dan in Maastricht. In Maastricht hebben we één course die we behandelen voor een aantal weken, waarna we een tentamen hebben, en dan snijden we een volgend onderwerp aan. Bij de University of Sydney gaat dat niet zo. Alle vakken duren het gehele semester, maar dan is alles door elkaar heen gegooid. Een beetje zoals op de middelbare school, kun je stellen. Waar ik mijn aandacht dus normaal maar op één onderwerp hoef te richten, heb ik hier 4 – compleet verschillende – vakken door elkaar heen waar ik tegelijkertijd op moet focussen. Best pittig voor zo’n warhoofd als ik! Gelukkig vind ik al de vakken die ik heb erg leuk en is het geen straf om mijn aandacht erbij te houden. Nog een verschilletje? Ze doen hier niet echt aan pauzes, het lesrooster loopt aan één stuk door. Dus als je – zoals ik – een les van 13.00u tot 14.00u hebt aan de ene kant van de campus, en van 14.00u tot 16.00u eentje aan de andere kant, dan kun je maar beter rennen!

Lichtpuntje: ik heb alle vrijdagen vrij, waardoor mijn weekenden dus drie dagen duren. Dat maakt het al dat heen-en-weer gehol zeker waard! Afgelopen vrijdag zijn we met een groep meisjes naar Manly Beach gegaan, waar op dat moment het Australian Open voor surfen plaats vond. Ondanks dat dit de dag des onheils was (oftewel: levend verbranden in een lekker fel zonnetje), heb ik me uitstekend vermaakt met het staren naar mooie jongens die hendig goeie trucjes deden op surfplanken. Daarnaast was er een klein festivalletje erom heen gemaakt, met allerlei tentjes en muziek op de achtergrond. Leuk om rond te kijken.

Inmiddels zit ook de tweede week van de uni erop en kan ik zeggen dat ik een beetje snap hoe de campus in elkaar zit. Help me er trouwens even aan herinneren dat ik een foto moet maken de volgende keer dat ik op de Business School ben. Daar is namelijk het percentage Aziatische studenten zó hoog, dat als je mij verteld had dat ik per ongeluk in China terecht gekomen was, ik het ook geloofd had. Oh, en nog een dingetje wat voor mij erg verwarrend is: ik snap niet aan welke kant ik hier mensen moet passeren. Hier in Australië doen ze alles aan de verkeerde kant. Ze rijden links, lopen links, sloten op de deuren moet je de andere kant op draaien, dat soort dingen. Nu kan ik hier nog best aan wennen. Als iedereen netjes consequent is in zijn/haar gedrag, kan ik prima op de linkerkant van de stoep gaan lopen zodra iemand me tegemoet komt. Echter, door het enorme aantal toeristen/buitenlandse studenten/backpackers dat hier rondloopt, loopt een groot deel nog altijd rechts. En dus eindig ik altijd in het midden van de crowd, verontschuldigend mij een weg banend door de drukte en hopend dat ik op tijd aan de andere kant van de weg kom voor het voetgangersstoplicht weer op rood springt. Had ik al verteld dat mijn leven zwaar is?

Ik brei er maar weer eens een eind aan. Aankomende tijd staan er weer allerlei leuke dingen op de planning. Morgenvroeg heb ik een ontbijt met koala’s bij de lokale dierentuin, zaterdag gaan we voor een vriendinnetjes verjaardag naar een color festival en zondag willen we naar de Blue Mountains. Oh, en wat ik haast vergeet te vertellen: ik heb voor Easter Break een tripje naar Nieuw-Zeeland geboekt! Waaa! En gelijk het weekend daarna ga ik op surfweekend. Genoeg mooie dingen om de volgende keer over te vertellen, dus! Voor nu ga ik slapen, ik moet natuurlijk morgen wel fris op de foto met de koala’s staan.

Liefs,
Maudy

*Stiekem had ik het beginnetje voor dit stukje 4 dagen terug al geschreven, en had ik sindsdien niet meer de tijd gehad om te schrijven. Inmiddels ben ik gelukkig niet meer zo verbrand! Wel aan het vervellen, maar dat terzijde. ;)

Eerste dagen in Sydney

Voor hen die het zich afvroegen, kan ik inmiddels bevestigen dat het af en toe wel degelijk regent in Sydney. En als je nu denkt: “nou, dan kun je toch net zo goed in Nederland blijven?”, nee hoor, het is hier best prima vertoeven! Bovendien geeft die regen me een goede reden om binnen te blijven en een update te schrijven van de afgelopen dagen.

Goed, waar te beginnen? Op dit moment is het anderhalve week geleden dat ik een sneeuwend Nederland achter me liet. Sindsdien is alles één grote, leuke achtbaan geweest en voelt het alsof ik hier al veel langer rondloop. Dat is een groot contrast met hoe deze reis ongeveer begon: acht uur wachten op terminal 5 in Heathrow. Mocht iemand nog vragen hebben over deze enorme hal, I’m your girl! Er is weinig entertainment, veel dure winkels waarbij het argwaan zou wekken als ik er alleen al naar binnen zou lopen, nauwelijks plekken waar je fastfood kunt halen en weinig stopcontacten. Kortom: de ultieme basis voor een flinke portie verveling. Na een tijdje had ik één van de weinige stopcontacten bemachtigd en heb ik non-stop Gossip Girl gekeken op Netflix, met een oneindige hoeveelheid koffie binnen handbereik.

Tegen mijn verwachtingen in was de vlucht zelf binnen no time voorbij. Vanuit Heathrow vloog ik naar Singapore, waar ik een korte stop van een uurtje had, om daarna door te vliegen naar mijn eindbestemming Sydney. Van Heathrow naar Singapore heb ik bijna aan één stuk door geslapen. Af en toe schrok ik wakker van stewardessen die me eten of drinken aanboden, maar verder lag ik vredig in coma. In Singapore moesten we er even uit, en het was hier dat ik me realiseerde dat ik niet gekleed was op 30 graden en een hoge luchtvochtigheid. Godnondeju, wat een warmte! Ik nam me voor om me om te kleden op het vliegveld, maar ik mocht alweer het vliegtuig in voordat ik überhaupt zo ver kwam. Eenmaal terug in het vliegtuig viel ik vrij snel weer in slaap, en werd ik 2 uurtjes voor we zouden landen weer wakker. Een filmpje en een maaltijd verder was het dan zo ver, ik kon de stad al zien liggen vanuit het vliegtuig: G’day Sydney!

En nu ben ik hier dus al een tijdje. De afgelopen week was druk, gek en leuk, vol nieuwe indrukken, ervaringen en mensen. Het besef dat ik nu écht in Sydney ben komt met vlagen en dat is een enorm overweldigend gevoel! Ik ben – zoals velen van jullie weten – al wel vaker een eindje van huis geweest maar die plekken kwamen nauwelijks overeen met wat ik gewend ben in Nederland. Sydney daarentegen is erg westers, erg modern. Iedereen spreekt natuurlijk Engels, al dan niet in de gekste accenten (en nee, niet alleen Australisch, al is dat wel het leukste). Van een taalbarrière is dus geen sprake en dat is wel zo handig. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam, zelfs in deze ontzettend drukke stad. Korte samenvatting van mijn eerste indrukken? Komt ‘ie: de mensen zijn leuk, veggiemite is heul smerig, de stad is immens groot, Australische mannen zijn niet verkeerd en het stikt hier van de Aziaten.

De eerste dagen verbleef ik in een hostel en was ik vooral bezig met zoeken naar een vaste kamer. Bij de eerste bezichtigingen zakte mij de hoop in de schoenen. Oh god, wat zijn er veel smerige, smoezelige huizen in deze stad. Echter heb ik na een paar dagen intensief zoeken tóch mijn plekje gevonden. Ik ben vandaag verhuisd en zit nu op kruipafstand van de University of Sydney campus, in een rustige woonwijk met veel leuke cafétjes en kleine winkeltjes om de hoek. Het is een heel schoon huis (want schoonmaakster), ik heb mijn eigen kamertje met queensize bed, een wastafel, heel veel kastruimte en een klein tv’tje. Ik schijn vijf huisgenootjes te hebben waarvan ik er pas twee ontmoet heb, maar de eerste indruk is goed. Ik kan je wel vertellen: na zo’n week in een gedeelde hostelkamer is het héérlijk om mijn spullen uit te kunnen pakken en lekker te gaan settelen.

Inmiddels is de Orientation Week in volle gang, een week om de universiteit en haar faculteiten en societies te leren kennen. Wat betreft het universiteitsgedeelte: de campus is enórm. Als je van de ene naar de andere kant moet, ben je toch zeker een goeie 20 minuten aan het lopen. Je kunt dus wel stellen dat, aangezien ik op allerlei verschillende faculteiten zit, ik mezelf straks kan omschrijven als ‘professioneel snelwandelaar’. Op de campus staat trouwens ook één van de “oudste” gebouwen van Sydney – uit het jaar 1859. Haha, schattig hè? Afijn, daarnaast staat deze week in het teken van de verschillende societies waar je bij kunt gaan. Waar in Maastricht de keuze nogal beperkt is, kun je het je hier zo gek niet bedenken of het bestaat. Chocolate society? Check. French society? Ja hoor. Disney Appreciation society? Absoluut. Hepatitis B Free Society? Eh, ja, zelfs die ja. Deze societies zijn – als ik het goed begrijp – een soort clubjes met allemaal een ander thema. Ik ben benieuwd, die chocolate society klinkt wel als iets voor mij.

Zo, een ruime 900 woorden verder hoop ik dat jullie een beetje een beeld kunnen vormen van mijn leventje hier in Sydney tot nu toe. Aankomende maandag begint de uni hier en dan zal alles er weer heel anders uit zien. Ik ga mijn best doen jullie op de hoogte te houden. Oh en, voor de jaloerse Nederlanders onder ons: niet mekkeren, jullie hebben vruchtenhagel en 35 graden is ook niet alles! ;)

Don't worry about the world coming to an end today. It is already tomorrow in Australia.” – Charles M. Schulz

Liefs,
Maudy

So close yet so far: bijna naar Sydney!

Nu ik dit type is het 00.13 uur, zaterdag 13 februari 2016, wat betekent dat ik morgen naar Sydney ga. Morgen. Het voelt zo gek om dat te zeggen, ik moet het nog even laten inzinken. Je zou inmiddels wel verwachten dat ik hierop voorbereid ben, maar het voelt nog altijd zo onwerkelijk. Morgen stap ik een vliegtuig, op weg naar iets waar ik tot op een half jaar geleden alleen nog maar van kon dromen: een half jaar studeren in Australië.

Ik lig in bed. Eigenlijk zou ik moeten slapen en dat heb ik dan ook al geprobeerd, maar tevergeefs. De koffer aan de andere kant van mijn slaapkamer is vrij prominent aanwezig, en lijkt bijna te schreeuwen: “VERGEET JE NIKS? HEB JE ALLES VOORBEREID? MAAR DAN OOK ECHT ÁLLES?” Ik ben niet zenuwachtig of gespannen, maar het is zo druk in mijn hoofd. Dezelfde checklist blijft zich constant herhalen. Visum? Check. Inschrijving universiteit? Check. Is met de DUO alles geregeld, en met het hostel voor de eerste nachten, en voor de vlucht? Check, check, check. Tóch kan ik mijn rust niet vinden. Ik ben immers wel gewend om me voor te bereiden op een ‘grote’ reis, maar dat waren tot nu toe allemaal backpackreizen. Packing the bare essentials. Deze keer, daarentegen, wil ik juist niks vergeten. Bovendien moet ik mijn studeerspullen meenemen. Voelt toch niet erg natuurlijk.

De reden dat ik inmiddels graag in dromenland zou willen zijn, is dat ik morgen (straks? Vandaag?) nog een drukke dag voor de boeg heb. Aangezien mijn fiets in Maastricht blijkbaar in de weg staat, moet ik die nog ophalen. Na die dagtaak gaan Iris en ik samen mijn laatste avond in Nederland inluiden. Mamalief is al begonnen met het bereiden van een grote pan snert, want ja, dat zal ik toch écht een half jaar moeten missen. Hetzelfde geldt voor anijshagel en andijviestamp. Tsja, zwaar leven hoor, zo’n semester in Australië studeren. ;)

De Hollandse kost is niet het enige waar ik zonder zal moeten doen het aankomende semester. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd om alle vriendjes, vriendinnetjes, familie, kennissen et cetera allemaal nog een keertje te zien voordat ik weg ga. Wisten jullie trouwens dat mensen kaartjes en cadeautjes geven als je voor een tijdje naar het buitenland vertrekt? Ik had geen flauw idee, zo lief! Daarnaast was het gewoon heel leuk om iedereen nog eventjes in het echt te zien in plaats van op een computerscherm, wat voor de komende 6 maanden toch echt de realiteit gaat worden. Het werkt dan ook niet mee dat er maar liefst 10 uur tijdsverschil is tussen Sydney en Nederland, waardoor skypen ook een heuse uitdaging wordt. Toch ben ik er van overtuigd dat het gaat lukken. Een half jaar vliegt natuurlijk voorbij en voor ik het weet ben ik weer terug in ons koude kikkerlandje!

Zo. Ruim een half uur verder ga ik nog maar een poging tot slapen doen. Voorbereid of niet, ik vlieg zondag toch echt. Zolang ik een visum en een paspoort heb, komt het vast allemaal goed. En eerlijk gezegd? Ik kan niet wachten tot ik in Sydney ben!

Liefs,
Maudy